interview met Griet, Bieke en Dries

Een interview met Dries, Bieke en Griet Depoorter voor De Tijd door Marie Van Oost en Roel Verrycken

Lees hieronder het artikel, dat is verschenen op 24 december 2022

Foto’s door Siska Vandecasteele

Ze zijn broer, zussen, kunstenaars én ondernemers. Sinds kort werken ze ook echt samen. De Tijd polste tijdens een vroeg kerstdiner met een fles natuurwijn en langoustines naar de creatieve genen van de familie Depoorter: mediakunstenaar Dries, Magnum-fotograaf Bieke en ontwerpster Griet.

‘Maar allee, wie heeft dat nu zo gedaan?’ Bieke Depoorter schaterlacht als ze ziet dat de antipasti eerder bruusk in één kom zijn gedumpt. ‘Ik heb Dries opgedragen zich daarmee bezig te houden’, zegt Griet, haar zus. Ze kijken hun broer aan. ‘Ja, ik heb dat gedaan’, biecht Dries op. ‘Kom, ik zal dat even beter presenteren’, oppert Bieke, waarna ze enkele bordjes uit de keukenkast pakt om de groenten en het brood mooi te schikken.

De Depoorters hebben aan het einde van de kortste dag van het jaar een feestmaal afgehaald bij Shazanna, een bekende Italiaan in het centrum van Gent. Als aperitief bij de vegetarische hapjes komt er natuurwijn op tafel, ook Italiaans. Griet lacht. Terwijl we klinken, gaat het over de hype over het troebele en licht sprankelende alternatief voor conventionele wijn. ‘Ik heb daar al een goede grap over gezien op de Instagram van Dansaertvlamingen. Iedereen doet alsof hij natuurwijn lekker vindt, maar eigenlijk is die zurig en slecht.’

We zitten aan de keukentafel in Sint-Amandsberg, in het huis van Bieke (36), fotograaf bijhet gerenommeerde agentschap Magnum, met op de achtergrond een verlichte print van een beeld dat ze maakte van een jongetje in de woonkamer van een appartement in Istanboel. Ze geraakte een tiental jaar geleden kort na haar studies aan het KASK bekend met haar werk in onder meer Rusland en de VS. Ze trok er kriskras doorheen om aan wildvreemden te vragen of ze bij hen thuis mocht blijven slapen, en hen mochtfotograferen in hun meeste intieme omgeving.

De jongste jaren concentreert ze zich, naar eigen zeggen op het obsessieve af, op enkele individuen die toevallig op haar pad kwamen. Zo was er de Poolse danseres en voormalig sekswerker Agata die ze leerde kennen in een stripteasebar in Parijs, waaruit een complexe wisselwerking ontstond in de vorm van een langlopend en multimediaal project. Of de Amerikaanse zestiger Michael, die ze ontmoette in Portland en met wie ze een band opbouwde tot hij spoorloos verdween, en naar wie ze sindsdien als een privédetective (‘ik heb zijn hele leven gereconstrueerd’) op zoek is.

Allebei speelden ze een hoofdrol in de expo ‘A Chance Encounter’ die dit jaar liep in het C/O in Berlijn en haar een nominatie opleverde voor de prestigieuze Deutsche Börse Photography Foundation Prize. ‘Het zijn allebei mensen die op hun manier onzichtbaar zijn en die ik toch een plek probeer te geven. Voor mij zijn die projecten samenwerkingen met het onderwerp. Ik stel het medium fotografie ook meer in vraag.’

Voor Biekes oudere zus Griet (38) is het de drukste maand van het jaar. De oprichtster van het kledingmerk Wolvis, vooral bekend van de sjaals in merinowol die ze in gelimiteerde edities ontwerpt, draait de helft van haar omzet in het vierde kwartaal, vooral in december. Ze voert wol uit landen als Zuid-Afrika of Australië in via Italiaanse spinnerijen en produceert haar kledingstukken, waaronder ook kimono’s en sokken, in een textielfabriek in Waregem.

Ze is eigenlijk architecte, maar volgde in 2016 na vele nachten experimenteren met een breimachine in de slaapkamer (Bieke: ‘Dat was heftig, dat maakte zoveel lawaai’) haar passie voor breien. Ze laat haar achtergrond wel graag terugkomen in de designs, zoals die van de sjaals ter ere van de 225ste verjaardag van het Museum voor Schone Kunsten in Gent, waarin ze de plattegrond van het gebouw verwerkte.

Als een ‘poëtisch’ merk, zo zet Griet Wolvis in de markt. ‘Omdat er altijd een verhaal achter zit. Wie een sjaal bij ons koopt, kan die binnenbrengen voor een herstelling. Dat gebeurt altijd op een zichtbare manier. En met de hand. Zo wordt het een nieuw stuk, een kunstwerkje. We hangen er dan ook een etiketje aan met daarop het aantal uren werk. We doen dat graag, al is het commercieel niet interessant.’


Perfect selfie

Ook Dries (31), de jongste van het geslacht Depoorter, heeft er een intens jaar op zitten. Als mediakunstenaar baart hij regelmatig opzien met vernuftige en maatschappijkritische creaties op het kruispunt van technologie en kunst. In september haalde hij de (internationale) media met ‘The Follower’, waarin hij de ‘perfecte’ selfie van iemand op Instagram naast een meer realistisch beeld legt van een openbare webcam waarop te zien is hoe die persoon de selfie neemt. Vorig jaar zette hij de lokale politiek even op stelten met ‘Flemish Scrollers’: een Twitter-bot die automatisch beelden verspreidt van leden van het Vlaams Parlement die hun tijd al scrollend op hun smartphone zitten te verdoen.

De meeste kijkers vinden mijn werk eerst grappig, maar een halve minuut later komt het binnen.
— Dries Depoorter

‘Ik wil de gevaren van nieuwe technologie speels aanbrengen’, legt Dries zijn werk uit. ‘De meeste kijkers vinden mijn werk eerst grappig, maar een halve minuut later komt het binnen. Het vertrekt altijd vanuit een concept, een idee waarvan ik denk dat het mensen gaat aanspreken. Pas later heb ik door dat het allemaal over privacy of sociale media gaat.’

Ook zijn webshop draait overuren in de eindejaarsperiode. Een populair cadeau is zijn ‘Shortlife’, een digitale klok die niet de tijd maar een percentage weergeeft dat aanduidt hoelang je nog te leven hebt. Dat gebeurt via je geboortedatum en de gemiddelde levensverwachting volgens de Wereldgezondheidsorganisatie in het land waar je woont. Een beetje akelig misschien (‘Bieke heeft er geen, Griet wel, en mijn eigen exemplaar staat al een hele tijd uit’), maar het werkt: het is zijn bestverkochte item deze periode.

Ook populair zijn de foto’s uit de reeks ‘Jaywalking Frames’, van mensen die het rood licht negeren en de straat oversteken, ook afkomstig van publieke webcams. De prijs voor een unieke foto komt overeen met het bedrag van de boete die op die specifieke locatie opn ongeoorloofd oversteken staat.

Niet alle projecten hebben een echt verdienmodel. Dat gaat eerder onrechtstreeks, door meer aanvragen voor lezingen bijvoorbeeld.
— Dries Depoorter

Zijn projecten zijn gemaakt om viraal te gaan, zegt Dries tijdens het aperitief. ‘Ze zijn gebouwd om gezien te worden op het internet, want niet alle projecten hebben een echt verdienmodel. Dat gaat eerder onrechtstreeks, door meer aanvragen voor lezingen bijvoorbeeld. In het begin deed ik dat niet graag, dan was ik te nerveus en wou ik te veel de perfecte TED Talk geven. Maar nu doe ik het zo interactief mogelijk, door iemand in het publiek in een paar minuten aan duizenden ‘likes’ te helpen. Als de mensen gelachen hebben, is het goed.’

Griet: ‘Ik vind die lezingen zot om te zien. Je bent dan precies iemand anders.’

Bieke: ‘De eerste keer dat we hem bezig zagen, was het echt: oh my god, Dries.’

Dries: ‘Ja, ik doe het vree graag. (lacht) Het mooie is dat ik aanvragen krijg uit diverse hoeken. Van techevenementen tot kunstfestivals of bedrijven. Vorige week was ik in Berlijn om voor de werknemers van HelloFresh te spreken. Daarvoor is de aandacht voor mijn werk dus belangrijk. Het aantal bezoekers op mijn site, dat in de week na ‘The Follower’ piekte op een half miljoen, is een maatstaf voor succes bij mij.’


Halen jullie ook de meeste voldoening uit de harde cijfers, Griet en Bieke?

Griet: ‘Vroeger vergeleek ik vooral de omzet van de week met die van dezelfde periode een jaar eerder. Om te zien of we goed bezig zijn. Nu ook steeds meer de trafiek op de website en wat die voorspelt over de verkoop. Cijfers zijn heel direct. Maar iemand zien met een Wolvis, in het straatbeeld of op tv, dat is ook echt de max.’

Dries: ‘Echt zot hoeveel mensen er hier in de stad mee rondlopen. Dan ben ik trots.’

Griet: (lachend) ‘Serieus?’

Dries: ‘Maar ja.’

Bieke: ‘Uiteraard is verkopen belangrijk. Maar mijn eigen werk aan de man brengen, dat ligt niet in mijn aard. Dat doe ik niet zo graag. Ik haal vooral uit creëren voldoening. Ook al is dat een moeilijk proces, vaak verspreid over meerdere jaren. Soms klikt alles plots nsamen, als ik aan het rijden ben door Amerika bijvoorbeeld. Niet goed weten wat je aan het doen bent, maar je daar toch aan kunnen overgeven. Dat het oké is om het niet te weten, dat is een zeldzaam gevoel.’


Maaket

Onlangs werden broer en zussen ook collega’s in zekere zin. Ze werken sinds kort naast elkaar, met elk een eigen werkruimte op de tweede verdieping van Maaket, een groot industrieel maakatelier in het noorden van Gent, tussen de Muide en Wondelgem. Het ruikt er naar hout en creativiteit, blijkt tijdens een snelle rondleiding voorafgaand aan dit diner. De Depoorters waren klaar met constant thuiswerken.

‘Het werd echt te klein bij mij’, zegt Dries. ‘Ik was een jaar geleden een van de eersten in Maaket. Wat mij zo aantrekt, is de mix van mensen die er werken: het zijn meer dan alleen kunstenaars.’ ‘Driesdepoorter.com’, prijkt op zijn deur van OSB-plaat. Aan de overkant van de gang was Griet afgelopen zomer de eerste die hem gezelschap kwam houden met haar Wolvis-atelier, aangeduid met een eenvoudige sticker op de deur. In november volgde Bieke, naast haar zus, en haar deur is nog maagdelijk.

Niet dat ze constant bij elkaar binnenvallen, klinkt het. Er wordt hard gewerkt en de ritmes verschillen. Griet: ‘Het is wel handig om eens te kunnen ventileren na een lastige telefoon of zo. Het is ook leuk om te horen als Bieke haar deur opent, of als Dries aankomt op zijn piepende schoenen op de betonnen vloer.’ En ’s middags kunnen ze samen eten en pingpongen, net zoals ze dat vroeger uren aan een stuk deden bij hun thuis in Ingooigem, bij Kortrijk. Op de vraag wie de beste is, volgt een discussie.

Ergens is het nu een beetje zoals toen: als drie slaapkamers naast elkaar. Al komen ze niet per se uit een creatief nest, vinden ze. Vader was elektricien, moeder kleuterleidster. Er gaat een tweede fles natuurwijn open. ‘Het is toch meer dan een hype, ik vind dat echt goed’, zegt Bieke verdedigend, waarop Griet met haar ogen rolt.

Dries: ‘Ons vader had een familiebedrijf, ooit opgericht door zijn vader na de oorlog. In het middelbaar koos ik voor de richting elektromechanica, en het idee heerste lang dat ik het bedrijf zou overnemen. Ik volgde die technische opleiding en de enige optie die je wordt voorgespiegeld, is dan om in de bouw te gaan werken.

Bieke raadde mij de richting mediakunst aan. Als kind wilde ik altijd uitvinder worden, misschien ben ik dat nu wel op een manier.
— Dries Depoorter

Maar toen Bieke fotografie ging studeren in Gent werd mijn blik opengetrokken. Ze raadde mij de richting mediakunst aan op het KASK, al kende ik niets van kunst. Als kind wilde ik altijd uitvinder worden, tot ik besefte dat dat niet echt een beroep is. Maar misschien ben ik dat nu wel op een manier.’

Het hoofdgerecht is klaar om opgediend te worden. Gastvrouw Bieke zet een grote keramieken serveerkom met dampende pasta met zeevruchten (‘allo scoglio!’) op tafel. Borden worden bijgestoken en Dries krijgt opnieuw instructies van Griet: iedereen genoeg schelpjes opscheppen! Servetten zijn er niet, maar wc-papier is even goed. Calvaire, de kattin van Bieke, ligt op de loer om een garnaal te pikken. Haar naam komt van een Franse horrorfilm uit 2004. ‘Mijn bedrijf heet ook zo. Dat is naar mijn kat genoemd, en die is naar die film genoemd. Hij is creepy, maar echt mijn lievelingsfilm.’


Geld verdienen

Nog iets dat voor de Depoorters veranderde in 2022: ze maakten alle drie de switch van een eenmanszaak naar een vennootschap. Toevallig, maar met het oog op groei. Net omdat ze geen artistieke achtergrond hebben, zijn ze met de voeten op de grond gebleven, gelooft Dries. ‘Daardoor hebben we altijd rekening gehouden met hoe we geld kunnen verdienen aan ons werk.’

Bieke en Griet: (samen) ‘Goh.’

Dries: ‘Dat ondernemende hebben we toch via onze vader meegekregen? Ik vind het tof om in twee werelden te zitten. Van het puur technische naar een kunstschool, waar het taboe is om over geld te praten, ging ik eerst werken in de reclamewereld, waar het alleen maar over budgetten gaat. Nu is het voor mij een combinatie.’


Jullie zijn creatieve ondernemers. Vinden jullie dat tweede woord ook fijn om te doen?

Griet: ‘Ik doe dat heel graag, al was het een proces. In het begin van Wolvis was het vooral een noodzakelijk kwaad, iets dat ik moest doen om te kunnen doen wat ik graag doe: ontwerpen. Maar hoe meer ik erover leer, hoe toffer ik het vind. Het neemt nu ook meer tijd in beslag dan het effectief bedenken van dingen.’

Ik besta niet omdat ik een business wil. Ik wil wel geld verdienen met wat ik doe, maar heb moeite daarin een evenwicht te vinden. Griet geeft me daar veel goede raad over.
— Bieke Depoorter

Dries: ‘Is dat niet voor ons alle drie zo? Er gaat zo veel tijd naar administratie, mails, praktische dingen. Er blijft misschien nog 5 procent over om creatief bezig te zijn.’

Bieke: ‘Ik heb het daar lastig mee. Je moet erover waken dat je machine niet te groot wordt, want je moet die ook onderhouden. Op den duur werk je voor de mensen die voor jou werken. Terwijl ik net besta om creatief te zijn. Ik besta niet omdat ik een business wil hebben. Ik wil wel geld verdienen met wat ik doe, en ben heel dankbaar dat dat mogelijk is. Maar ik heb moeite daarin een evenwicht te vinden. Griet geeft me daar veel goede raad over.’

Griet: ‘Ik heb daar dit jaar voor het eerst hulp voor gezocht: ik kan die beslissingen niet allemaal meer alleen maken. Eerst had ik een smak geld uitgegeven aan een businesscoach. Daar heb ik nog altijd spijt van. Hij wou me ervan overtuigen mijn sjaals op Bol.com te verkopen. Je moet meer marktplaatsen hebben, zei hij. Ik snap dat dat een strategie is voor iemand die placemats maakt, want daar vergeleek hij het constant mee. Maar toen wist ik: ik zit hier niet op de juiste plaats.’

Eerst had ik een smak geld uitgegeven aan een businesscoach. Daar heb ik nog altijd spijt van.
— Griet Depoorter

Er wordt een tweede keer opgeschept en Bieke legt uit hoe we de langoustines het best te lijf gaan. ‘Gewoon een keer kraken en dan rustig opendoen, je kan die pootjes ook uitzuigen.’ Haar vriend waait kort even binnen: muzikant Boris Zeebroek, die als Bolis Pupul aan de zijde van Charlotte Adigéry onlangs door de VS tourde. Bieke reisde mee om de concerten te fotograferen. Tijd om mee te eten is er niet (‘Er is nochtans genoeg!’), er wacht een optreden van een andere vriend.

Griet vertelt verder hoe ze toch de juiste ondersteuning vond bij de vzw Netwerk Ondernemen. ‘Ik deed een pitch en werd geselecteerd voor een programma, waardoor ik twee jaar een mentor krijg die ik elke maand zie. Dat heeft me al zo veel opgebracht. Ontwerpen blijft mijn ding, maar het is zo veel waard als je iemand hebt die zegt: ‘dat moet je uitbesteden’ of ‘zoveel procent van je omzet moet naar marketing’. Als niemand je zulke dingen zegt, weet je het niet. Ik zou nog wel willen groeien. België is klein, hé.’

Bieke: ‘Jij kan met jouw bedrijf misschien het meest voorspellen? Wij moeten echt risico’s nemen. Mijn werk is heel persoonlijk. En het is emotioneel geladen, want er zijn andere mensen mee gemoeid. Het is niet zomaar een product dat je even op de markt brengt.’

Griet: ‘Ik neem ook veel risico’s, maar op een ander vlak. Al die collecties een halfjaar opvoorhand aankopen bijvoorbeeld. Dat creëert een grote financiële put waarvan ik ook niet altijd zeker ben dat die opgevuld raakt.’

Bieke staat op om de tafel af te ruimen. Ook Dries wil uitbreiden, zegt hij. ‘Ik wil een vaste werknemer in dienst nemen, maar daar geef ik mezelf drie jaar voor. Ik kan het niet allemaal meer alleen doen. Ik kijk erg op naar Studio Roosegaarde, van de Nederlandse ecodesigner Daan Roosegaarde. Die heeft al meer dan tien werknemers. Ik vind het interessant hoe zijn bedrijf is gegroeid, en ook voor welke klanten hij werkt. Ik werk nu al voor commerciële opdrachtgevers, maar mijn hart ligt bij mijn eigen werk.’

Griet: ‘Kijk naar alle grote kunstenaars in België, genre Luc Tuymans. Zij zijn allemaal ondernemers, omringd door mensen die perfect weten hoe je een bedrijf runt. Ik denk dat Bieke dat nog niet goed snapt.’

Bieke komt aangesneld. ‘Wadde? Wat snap ik niet?’

Griet: ‘Dat je als kunstenaar ook echt een bedrijf bent.’

Bieke: ‘Ik snap dat wel, Griet. Het is gewoon moeilijk om de juiste mensen te vinden om je mee te omringen.’

Dries: ‘Ik denk soms dat jij dat niet onder ogen ziet. Bijvoorbeeld met je boek, jij ziet dat niet als ondernemen.’

Bieke: ‘Ja, dat was een zotte onderneming. Ik heb pas een boek gemaakt over mijn project ‘Agata’, en dat zelf uitgegeven. Een boek is een prachtige vorm om werk mee te presenteren, maar je moet veel compromissen sluiten met uitgeverijen. Die willen weinig risico nemen, terwijl mijn werk zo persoonlijk is. Daarom heb ik met Tom Callemin, een bevriende fotograaf, een uitgeefplatform opgezet om het zelf te doen: Des Palais. Dat was een succes. In enkele maanden waren alle 1.400 exemplaren verkocht via mijn webshop, er kwam zelfs een tweede druk. Zie je wel dat ik ermee bezig ben!’

De handen zijn proper, de borden opgestapeld in de keuken, de tafel plots leeg. Griet stelt voor wat alcoholvrij bier boven te halen, we moeten straks nog rijden. ‘Ik heb een hele selectie in de koffer van mijn auto, dat is mijn kerstcadeau voor mijn schoonbroer. Maar geen zorgen, ik heb allesdubbel.’


Zijn jullie een klankbord voor elkaar tijdens het creatief proces?

Bieke: ‘Niet echt. We creëren redelijk individueel. Ik zit echt op mijn eiland.’

Griet: ‘Ontwerpen gaat bij mij altijd anders. Het begint met een idee. Daar loop ik dan een paar weken mee rond. Ik bespreek het wel met een aantal mensen. En dan begint een periode van twijfel.’ (lacht)

Bieke: ‘Elk creatief proces is pijnlijk, zeker? Behalve dan bij Dries.’

Griet: ‘Ja, ’t is waar, bij Dries is dat anders. Jij denkt altijd: oh, megagoed idee, en dan voer je dat gewoon uit.’

Dries: (droog) ‘Ja, het is misschien wel anders. Ik ben zekerder van mijn ideeën. Ik toets ze wel af, maar ik weet al dat ik ervoor wil gaan. Vroeger vroeg ik feedback aan te veel mensen, en dat werkte niet voor mij. Er is altijd iemand die een idee afbreekt. Het klein houden, dat is iets dat ik geleerd heb. Op de kunstschool kreeg je feedback van 25 man, die allemaal iets anders zeiden. Dat vind ik niet productief.’


Heb je een beetje lak aan de kunstwereld, Dries?

Dries: (aarzelend) ‘Voor mij mag het wat losser allemaal. Ik weet niet hoe ik het moet uitdrukken.’

Bieke: ‘Mag ik het proberen? Volgens mij kan jij niet goed tegen praatjes in de kunstwereld. Als je iets ziet, wil je dat meteen snappen. Voor jou is het ook belangrijk dat iedereen jouw werk begrijpt, zonder dat je tot een bepaalde elite moet behoren.’

Dries: ‘Ja, ik wil een groot publiek bereiken. Op mijn website leg ik elk project in één zin uit zodat iedereen het meteen begrijpt. Mensen blijven gemiddeld 22 seconden op mijn website, dus het moet duidelijk zijn.’

Bieke: ‘Bij mij zitten ze waarschijnlijk drie uur te scrollen, omdat ze het nog altijd niet begrijpen.’ (lacht luid)

De glazen raken leeg, de avond nadert het einde. We gooien nog één onderwerp op tafel: zou hun sterke band kunnen leiden tot meer samenwerkingen in de toekomst? Bieke fotografeerde al de collecties van Griet. Dries hielp Bieke (‘eigenlijk heb ik hem verplicht’) dan weer in de zoektocht naar Michael en samen maakten ze dit jaar het project ‘Border Birds’. Dat zijn foto’s van vogels die automatisch zijn gedetecteerd op beveiligingscamera’s aan grensovergangen, zoals die tussen de VS en Mexico. De helft van elke verkochte foto gaat naar een organisatie die vluchtelingen steunt.

‘Ik moet dus nog eens iets met Griet doen’, zegt Dries. ‘Ik heb daar al een idee voor.’ Hij kijkt zijn zus aan. ‘Maar jij dropt altijd van die ideeën die niet echt uitvoerbaar zijn’, zegt Griet. ‘Of anders zetten we een foto van Bieke op een sjaal?’ Bieke is enthousiast: ze legt meteen een complex idee met sluitertijd uit.

Griet: ‘Euh, en wie gaat dat breien?’

Bieke: ‘Ah, gij!’ (lacht)

Griet: ‘Denk jij dat dat gewoon uit de printer komt of zo?’ (tegen Dries) Kan jij dat niet ontwerpen, een programmaatje schrijven? (algemene hilariteit) We hacken die machines gewoon?’

Previous
Previous

‘conversations 2.0’

Next
Next

Celia Pym